Kasteel Heeze: ‘Een uniek stukje historie in onze achtertuin’

Middenin de dorpskern van Heeze, aan het eind van een statige oprijlaan en omgeven door weilanden, bossen en een dubbele gracht ligt één van de mooiste rijksmonumenten van ons land: Kasteel Heeze, dat een rijke geschiedenis ademt. Het kasteel met zijn sfeervolle roodwitte luiken en immense poorten wordt sinds 1760 bewoond door de familie van Tuyll van Serooskerken en is daarmee één van de laatst bewoonde kastelen in Nederland. Maar dat is niet het enige dat het kasteel uniek maakt, vertelt Sammy baron van Tuyll van Serooskerken. “Niet alleen de gebouwen, maar ook het interieur én de omgeving van Kasteel Heeze verkeren nog altijd in authentieke staat.”

Tekst: Lieke van Zuilekom | Gepubliceerd in Netwerk Brabant (2017)

Kasteel Heeze is eeuwenlang het middelpunt geweest van de vrije heerlijkheid Heeze, Leende en Zesgehuchten (het gebied van de Achelse Kluis tot Stratum), tot het in 1334 onderdeel werd van het hertogdom Brabant. Opmerkelijk is dat het kasteel feitelijk uit twee kastelen bestaat, namelijk het laatmiddeleeuwse slot Eymerick en het 17e eeuwse Kasteel Heeze, die beiden een eigen binnenplaats hebben.

Rijke bewonershistorie

Kasteel Heeze kent een rijke bewonershistorie. In de Middeleeuwen is de heerlijkheid eigendom van de graven Van Horne (1200-1264), wiens familiewapen nog altijd op de windwijzer wordt afgebeeld. In 1659 komt het kasteel in bezit van Albert Snouckaert van Schauburg (1640-1678). Slot Eymerick is dan in verval geraakt en architect Pieter Post (Mauritshuis, Huis ten Bosch, stadhuis Maastricht) wordt gecontacteerd om een nieuw kasteel te bouwen. Hij maakt een ontwerp met vier imposante torens en U-vormige voorbouw met drie vleugels, waarvan uiteindelijk alleen de voorbouw wordt gebouwd. In 1733 koopt Adam de Holbach (1680-1753) het goed, dat hij vervolgens als huwelijkscadeau schenkt aan zijn neef, filosoof Paul Thiry de Holbach (1723-1789). In 1760 verwerft Jan Maximiliaan van Tuyll van Serooskerken (1710-1762) het kasteel, dat nog altijd eigendom is van zijn familie.

Henk baron Van Tuyll van Serooskerken, de vader van Sammy, wordt in 1946 eigenaar van het kasteel. In 1962 besluit hij om het landgoed en het gebouw open te stellen voor publiek, dat hier gretig gebruik van maakt. Naast trouwerijen, recepties, personeelsfeesten en seminars worden in en om het nieuwe, museaal ingerichte kasteeldeel wekelijks rondleidingen gehouden. Sammy van Tuyll: “Door de bouwgeschiedenis met twee binnenpleinen hebben wij hier de unieke mogelijkheid om horeca en een authentieke omgeving te combineren. In Nederland zijn er weinig (of geen) andere kastelen die dat hebben. En ook de traditionele Vendelgroet op kermismaandag en jaarlijkse slipjacht ontbreken anno 2017 nog altijd niet.”

Blikvangers

Naast de mooie gebouwen en natuur is vooral het interieur van Kasteel Heeze een blikvanger. Het museale deel omvat nog grotendeels authentiek meubilair, een indrukwekkende collectie portretschilderijen, veelal afkomstig uit de 17e, 18e en begin 19e eeuw en diverse wandtapijten. Opvallend zijn de 17de-eeuwse gobelins die de geschiedenis van Alexander de Grote uitbeelden evenals enkele wandtapijten naar schilderijen van Peter Paul Rubens. In 1795 is het kasteel ingrijpend gerenoveerd onder leiding van Johanna van Tuyll van Serooskerken-van Westreenen (1776-1862). Uit die periode stammen ook de bijzondere Blauwe Kamer, Minervakamer en Muziekkamer waarin nog authentiek behang met papieren decoraties, beschilderd meubilair, hemelbedden, lambrequins en textiel te bewonderen zijn. Ook de badkamer met verzonken bad dateert uit die periode.

Instandhouding

In 1981 is de Stichting Kasteel Heeze opgericht, dat als belangrijkste doel de instandhouding van Kasteel Heeze als cultureel historisch monument heeft, inclusief de landschappelijke omgeving. De stichting wordt ondersteund door tientallen vrijwilligers die zich inzetten voor het behoud van dit mooie cultuurhistorisch erfgoed.