Eindhoven is de afgelopen jaren uitgegroeid tot het kloppend hart van de hightech maakindustrie. Een positie waar de gemeente maar wat trots op is, en die ze in de toekomst graag vasthoudt. “Hiervoor is echter meer nodig dan sec investering in ons ecosysteem, waarin bedrijven sneller kunnen innoveren”, vertelt Staf Depla, wethouder van Economie, Werk en Inkomen en Beroepsonderwijs binnen de gemeente Eindhoven. “Investering in de logistieke keten, waarin steeds meer onderdelen van de maakindustrie worden uitbesteed, is minstens zo belangrijk.”
Tekst: Lieke van Zuilekom | Gepubliceerd in Netwerk Brabant (2017)
Depla doelt hierbij onder andere op investering in mensen. “De arbeidsmarkt wordt steeds krapper. Ook in onze regio zitten inmiddels veel mensen thuis”, vertelt hij. “Onder andere in de bankenwereld, detailhandel en administratieve sector heeft de afgelopen jaren een ware kaalslag plaatsgevonden. Banen zijn verdwenen, waardoor veel talent ‘op de bank’ is komen zitten. Talent dat in andere sectoren – waaronder de logistiek – van grote toegevoegde waarde kan zijn. Om vraag en aanbod hierin samen te brengen, neemt de gemeente verschillende initiatieven. Zodat onze inwoners uit de uitkering worden gehaald, hun talent weer kunnen benutten en weer onderdeel uitmaken van een groep/bedrijf/de maatschappij.”
Afspraken
“Om te beginnen zoeken we actief contact met logistieke bedrijven in de regio”, vertelt Depla. “Al vanaf de eerste vestigings-, nieuwbouw- of uitbreidingsplannen. Zoals met UPS, dat een geautomatiseerd pakket-sorteercentrum gaat bouwen aan de Achtseweg Noord en waarmee we afspraken proberen te maken met betrekking tot personeel. Want een nieuw pakket-sorteercentrum heeft personeel nodig. Mogen wij als gemeente een deel van de vacatures invullen? Datzelfde hebben we gedaan bij bijvoorbeeld DPD, TNT en de nieuwbouw van Brocacef.”
Competenties
“In plaats van sec een vacature online te zetten, roepen we werkgevers op contact met ons op te nemen”, aldus Depla. “Omdat we over een flinke kaartenbak met potentiële werknemers beschikken, waardoor vacatures sneller kunnen worden ingevuld en waarvoor we een samenwerking zijn aangegaan met veertien gemeentes en het UWV, om de regio optimaal en zo breed mogelijk van dienst te zijn. Met een gezamenlijke database, eenduidige regels en één werkgeversservicepunt.” Maar ook vanwege het maatschappelijk belang. “Werkloosheid kan iedereen overkomen. Soms heeft het te maken met persoonlijke beperkingen, maar vaak ook met pech. En we weten allemaal: hoe langer we thuis zitten, hoe moeilijker het is om weer aan de slag te komen.” Wat nog eens wordt bemoeilijkt doordat nog (te) vaak sec naar het CV en de leeftijd van de werkzoekende wordt gekeken, vertelt hij, in plaats van naar alle competenties. “Competenties die – eventueel met behulp van scholing en (kader)opleidingen – nieuwe deuren kunnen openen. Voor de werkzoekende, maar zeker ook voor de werkgever.” Als voorbeeld noemt Depla een man van 57, die jarenlang als boekhouder heeft gewerkt. “Na vier jaar werkloosheid is hij onlangs aan de slag gegaan bij Brocacef, waar hij zelfs al promotie heeft gemaakt.”
Drempel verlagen
Om de drempel voor werkgevers om uitkeringsgerechtigden aan de slag te helpen zoveel mogelijk te verlagen, zijn verschillende instrumenten beschikbaar. “Natuurlijk hopen we dat werkgevers uitkeringsgerechtigden direct in dienst nemen”, vertelt Depla. “Maar het is ook mogelijk om via een uitzendbureau een contract aan te gaan, waarvoor we verschillende samenwerkingen hebben. Indien gewenst behoren proefplaatsingen tot de mogelijkheden. Echter wel met uitzicht op een dienstverband bij goed functioneren in het achterhoofd.”
Voor mensen met een arbeidsbeperking zijn er aparte voorzieningen, vertelt hij. “Samen met de vakbonden en het kabinet hebben werkgeversorganisaties in het voorjaar van 2013 in een Sociaal Akkoord afgesproken om tot 2026 in totaal 125.000 extra banen voor mensen met een arbeidsbeperking te creëren. Samen met hen werken wij er hard aan om deze doelstelling waar te maken, onder andere in de logistieke sector. Waarbij we werkgevers compenseren met een loonkostensubsidie wanneer medewerkers niet in staat blijken het minimumloon te verdienen. En zo zijn er nog veel meer initiatieven, waarover we bedrijven graag informeren. Want de banen zijn er, en de mensen ook. We moeten ze alleen nog aan elkaar voorstellen.”